De krukasaandrijving drijft twee verschillende tussentandwielen aan: één tussentandwiel brengt het vermogen over op de nokkenasversnelling, die op zijn beurt het klepmechanisme via de nokkenas aandrijft. Dit zorgt voor het openen en sluiten van de kleppen. Het andere tussentandwiel drijft de smeeroliepomp aan, die de olie naar de bewegende delen van de motor pompt.
Om de kwaliteit van onze tandwielen te waarborgen, worden deze regelmatig gecontroleerd op een tandwielmeetmachine. Met een nauwkeurigheid van 3 μm kunnen zelfs de kleinste profielverplaatsingen of -afwijkingen bij druk- en spiraalhoeken worden gedetecteerd. Dit zorgt voor een geruisloze werking en weinig slijtage.
Tips & trucs
De installatieplaats moet gereinigd worden en dient gecontroleerd te worden op maatnauwkeurigheid. De aangrenzende montageonderdelen (naaf/ring/montagebout) dienen op slijtage gecontroleerd te worden en moeten afhankelijk van de bevindingen vervangen worden.
De montagebout dient met het door de fabrikant aangegeven aandraaimoment gemonteerd te worden. Na de reparatie moet een servicebeurt voor de motorolie worden uitgevoerd.
Verdere eigenschappen van de aandrijving
- De tanden hebben een spiraalhoek van 10°
- Evolvente tanden zorgen voor een lage slijtage
en gelijkmatige krachtoverbrenging