In de media mocht de vakgroep Binnenvaart van de Belgische transportbond (BTB) bij monde van voorzitter Annick De Ridder vernemen dat het Antwerpse havenbestuur niet langer wenst tussen te komen in de exploitatiekost van de Antwerpse waterbus.
De vakgroep Binnenvaart maakt zich daar grote zorgen over. Ze vreest niet alleen voor de 70 banen die op de tocht komen te staan, maar waarschuwt ook voor de tienduizenden pendelaars die nu geen alternatief hebben voor het woon-werk verkeer. De geplande werken rond Oosterweel leggen in de komende jaren een hypotheek op de bereikbaarheid van zowel de stad als het havengebied, en het havenbestuur wenste met de waterbus pendelaars te voorzien van een volwaardig alternatief. Dit was een belangrijke belofte van het havenbestuur naar de werknemers uit het havengebied en ze zouden dit engagement voor 5 jaar op zich nemen. Al van bij de opstart van het proefproject, bleek de waterbus een enorm succes.
Dat het havenbestuur na amper een jaar nu op zijn stappen terugkomt, getuigt van weinig betrouwbaar beleid en komt de bereikbaarheid van het haven geenszins ten goede.
Natuurlijk zijn we als vakbond niet doof voor argumenten als de kostendekkingsgraad. Maar dat had het havenbestuur natuurlijk – op basis van het succes van het proefproject – van in het begin kunnen meecalculeren in plaats van gaandeweg gewone werknemers met de factuur op te zadelen. Bovendien vergeet Annick De Ridder wel mooi te vermelden dat in het weekend de waterbus enorm veel mensen naar het stadscentrum brengt die een evenement willen meepikken of willen shoppen en dus de lokale economie een duw in de rug geven. Van een voorzitter van het grootste logistieke bedrijf van België hadden we meer visie verwacht en we hopen alsnog dat zowel het stadsbestuur als de Vlaamse overheid mee een duit in het zakje doen.